Interview in Haarlems Dagblad – 13-10-2015
Ellen Stoop publiceert haar vijfde kinderboek
BLOEMENDAAL – Ze groeide op in Bloemendaal, aan de Saxenburgerweg. De sfeer van dat dorp met zijn donkere bos en vrijstaande huizen vind je dan ook terug in de verhalen van Ellen Stoop. ,,Bij naam zal ik die plekken nooit noemen, maar de goede verstaander herkent ze vermoedelijk wel.’’
Door Kees van der Linden
Ik ken jou ergens van’ is haar nieuwste boek, afgelopen zaterdag gepresenteerd in kinderboekhandel Kiekeboek in Haarlem, midden in de Kinderboekenweek. Net als in haar debuut (’Jade bijna elf’) speelt een meisje van een jaar of tien de hoofdrol.
,,Jade is een kind van gescheiden ouders. Ze liegt gemakkelijk, dat is in haar omstandigheden ook niet zo moeilijk. Ze woont afwisselend bij haar vader en haar moeder, die allebei een nieuwe partner hebben.’’
,,Ik heb ook een stiefdochter. Ik heb altijd begrepen dat het voor haar ingewikkeld was dat haar vader een nieuwe relatie had. Ik dacht, ik wil ook wel eens een boek schrijven over een aardige stiefmoeder, want die zijn er natuurlijk ook. Inderdaad, zoals ik, ik ben een aardige stiefmoeder.’’
,,Ik heb me altijd erg op de achtergrond gehouden, ik ben er nooit tussen gaan staan. Als ze graag bij haar vader op schoot kroop, was ik niet zo van: nu ben ik aan de beurt. Inmiddels is ze 25 jaar, we hebben nog steeds goed contact.’’
Goeie snaar
Na vijf boeken begint Stoop ’erin te komen’, vindt ze zelf. ,,Inmiddels heb ik het gevoel dat ik de goeie snaar weet te raken. Mijn boeken zijn heel realistisch, een beetje psychologisch. Kinderen kunnen vaak niet stoppen met lezen, vertellen ze me. Ik probeer het echt spannend te maken. Niet met moord en doodslag hoor, er breekt ook geen brand uit.’’
In ’Ik ken jou ergens van’ is de hoofdpersoon Sannie bang dat haar geheim uitkomt. ,,Op school zit een jongen die beweert haar te hebben gezien tijdens een vakantie in Frankrijk. In eerste instantie zegt ze hem niet te kennen, maar dat blijkt niet waar te zijn. Pas op het laatst wordt duidelijk waarom ze blijft ontkennen.’’
Schommel
,,Als kind las ik veel, ont-zet-tend veel. Thuis waren we me met veel, vijf kinderen, ik was de op één na jongste en – vanwege dat lezen – de stilste. Als ik eenmaal las, hoorde ik niks. Of ik nou aan tafel zat, op de schommel of in de auto, ik had altijd een boek vast. Misschien is dat wel de reden dat ik een schrijversopleiding ben gaan volgen bij kinderboekenschrijfster Mirjam Oldenhave.’’
,Schrijven moet je leren, met alleen talent ben je er nog niet. Het is net als met een muzikaal talent, of een aanleg voor dansen, dan ga je naar een conservatorium of een balletschool.’’
,,Tijdens mijn opleiding heb ik geleerd een plot op te bouwen, om spanning in een verhaal te verweven, om personages te bedenken en om mijn verhaal af te stemmen op mijn doelgroep, meisjes tussen – ruwweg – de negen en de dertien jaar.’’
Stoop schrijft nog niet zo heel lang full time kinderfictie. Tot april van dit jaar werkte ze nog op de afdeling communicatie van de Universiteit van Amsterdam. Met een zucht: ,,Daar hoorde ook het maken van jaarverslagen bij. Op een gegeven was ik dat zat. Ik besloot me helemaal op het schrijven te storten.’’
Serie
Nu ze zeeën van tijd heeft, denkt ze aan het maken van een boekenserie. ,,Kinderen willen vaak meer boeken over één persoon lezen. Ik heb een idee dat ik nog verder moet uitwerken. Want echt doorbreken, dat zou natuurlijk wel leuk zijn.’’
Voor de serie wil ze putten uit haar eigen jeugd, die zich voor een belangrijk deel afspeelde in het Overveense Stoop’s Bad – honderd jaar geleden gesticht door haar overgrootvader Adriaan Stoop – waar ze lid was van een zwemvereniging. ,,Een meisje dat lid is van een zwemclub wordt de hoofdpersoon. Het gaat over wedstrijdzwemmen en waterpolo.’’
Mobieltjes
Een verhaal dat zich helemaal, zoals haar jeugd, afspeelt in de jaren 70 zal het niet worden. ,,Want ik ga naar het heden. Kijk, er moeten natuurlijk wel mobieltjes in, hoe jammer ik dat ook vind. Een historisch verhaal schrijven, dat zie ik mezelf niet zo gauw doen. Ik blijf liever dicht bij de belevingswereld van de kinderen van nu.’’
Thuis werken vergt de nodige discipline. ,,Als het niet gaat, zoek ik natuurlijk uitvluchten, dan doe ik klusjes in huis, google wat op het internet, of draai een was. Soms moet ik mezelf dwingen achter mijn bureau te gaan zitten.’’
Kinderboeken lezen van andere auteurs hoort ook bij haar dagelijkse ’werk’. Haar boekenkast puilt uit. Anna Woltz en Guus Kuijer slaat ze hoog aan. ,,Lezen is denken met andermans hoofd’’, zegt ze filosofisch.
Ze weet dat het wat gezwollen klinkt, zegt ze, maar ze meent het: ,,Kinderen die veel lezen, verbeteren hun leervaardigheid en krijgen meer plezier in het naar schoolgaan.’’